Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want Ik zal [3]alle heidenen tegen Jeruzalem ten strijde verzamelen; en de stad zal ingenomen, en de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen geschonden worden; en [4]de helft der stad zal uitgaan in de gevangenis; maar [5]het overige des volks zal uit de stad niet uitgeroeid worden. 3. Verg. Ezech.38:4,6,9,15, en Hab.1:6. Alle, is hier te zeggen, vele of allerlei, gelijk Jona 2:3. 4. Dat is, een groot deel van de inwoners der stad zal gevankelijk uitgevoerd worden; te weten, van die overgeblevenen, die door de pest, honger, of het zwaard niet omgekomen zijn. 5. Verstaat men deze profetie van de belegering van Jeruzalem door Vespasianus en Titus, zo is het te zeggen dat de godzaligen, voor de vaste belegering der stad, zullen uitgaan naar het stadje Pella, en alzo bij het leven blijven zullen. Dit is dat derde deel waar de profeet van gesproken heeft, hfdst.13 vs.8,9.